De nieuwe iPhone 15-serie is inmiddels een paar dagen onthuld. Apple heeft de traditie van twee "standaard" modellen en twee "Pro"-modellen ook dit jaar weer voortgezet.
We kregen alle nieuwe iPhone 15-toestellen te zien tijdens het Wonderlust-evenement en er was dit jaar toch wel het een en ander om over te praten, maar erg overtuigend vond ik het allemaal niet.
De iPhone 15 lijkt weer heel erg op zijn voorganger, de iPhone 14, maar dan met een aantal onderdelen die zijn overgenomen van de iPhone 14 Pro. De grootste fysieke verandering op de standaardmodellen van de iPhone 15 is de introductie van de "revolutionaire" USB-C-poort.
Ik ergerde me wel een beetje aan dit gedeelte van Apple's presentatie. Aangezien wij natuurlijk het nieuws rondom Apple heel goed in de gaten houden, weten we inmiddels al vrij lang dat Apple eigenlijk gewoon door de EU wordt gedwongen om over te schakelen van de Lightning-poort naar de USB-C-poort. Technisch gezien hoefde Apple dit jaar nog niet over te schakelen, want het wordt pas verplicht vanaf 2024. Het probleem is echter dat deze verandering tijdens de prestentatie van de nieuwe toestellen werd gepresenteerd alsof het ineens de logische volgende stap was en bijna alsof het een nieuwe geweldige innovatie van Apple was.
Dan is er ook nog het feit dat de iPhone 15 en de iPhone 15 Plus gebruikmaken van de relatief langzame USB 2.0-dataoverdrachtssnelheden, terwijl Android-fabrikanten zoals Samsung al 10 jaar lang USB 3.0 gebruiken en Apple dit dus zelf ook wel gewoon op de Pro-modellen van dit jaar gebruikt (met juist een indrukwekkend hoge snelheid van 10 Gbps). Dit vind ik echt gewoon een van de stomste manieren om een onderscheid te creëren tussen je Pro-modellen en je standaardmodellen. Dit voelt namelijk meer alsof je de iPhone 15- en 15 Plus-kopers bestraft in plaats van dat je de iPhone 15 Pro- en Pro Max-kopers een leuk extraatje geeft.
De prijs is niet zozeer het probleem
Laten we eerlijk zijn, zelfs met de verrassend aangename prijsdalingen, zijn de iPhone 15-toestellen nog steeds erg duur. Dat is echter niet alleen meer een Apple-probleem. De meeste flagships van tegenwoordig zitten rond de 1.000 euro of hoger, waaronder ook de flagships van Samsung, de maker van de laatste paar telefoons die ik voor mezelf heb gekocht.
Ik vind de prijzen inmiddels wel een beetje overdreven, maar net als vele anderen ben ik toch uiteindelijk ook wel bereid om een redelijk grote hoeveelheid geld neer te leggen voor een smartphone die dan ook wel premium aanvoelt en geweldig presteert. Zo heb ik zelf vorige maand (gelukkig met een hele mooie korting) de enorm dure Samsung Galaxy Z Fold 5 gekocht.
Los van de specifieke prijs van een toestel gaat het er voor mij vooral om dat ik het gevoel krijg dat ik enigszins waar voor mijn geld krijg. Door de aparte vorm van de Z Fold 5 en de extra mogelijkheden die deze met zich meebrengt (en die hele mooie korting) heb ik hierbij toch wel het gevoel dat ik waar voor mijn geld krijg, ook al valt er ook wel te klagen over het feit dat je op dat toestel ook minder goede camera's krijgt dan op de goedkopere Samsung Galaxy S23 Ultra. Dat gevoel heb ik niet, of in ieder geval minder, bij de nieuwe iPhones. Qua bouwkwaliteit en gebruikerservaring valt er weinig te klagen aan de Apple-kant, maar er zijn heel veel kleine dingen me het gevoel geven dat ik niet echt waar voor mijn geld zou krijgen bij Apple.
Het zijn vooral de kleine dingen
Het grootste probleem voor mij met Apple is dat het bedrijf nooit wordt gedwongen om écht te innoveren, wat de concurrentie aan de Android-kant ook doet. Dat wil niet zeggen dat Apple nooit innoveert, maar met veel kleine dingen loopt het bedrijf inmiddels toch wel echt achter op de concurrentie, maar doet het net alsof het voorop loopt.
Zo is het tegenwoordig toch echt wel schandalig dat de iPhone 15 en de iPhone 15 Plus nog een verversingssnelheid van 60Hz hebben, terwijl we bij Android al jaren budgettoestellen zien met 90Hz of zelfs 120Hz.
Dan kunnen we het ook nog even over de camera's hebben. De iPhone loopt inmiddels ook alweer een tijdje achter op zijn grote Android-rivalen als het gaat om de hoeveelheid megapixels van zijn camera's en het zoombereik van zijn telefotocamera's. Nou zegt een megapixel-aantal niet altijd alles, maar een upgrade naar een hoofdcamera van 48MP voelt toch wel een beetje karig in vergelijking met de 200MP-camera op de S23 Ultra. Het is echter vooral de upgrade van de telefotolens op de iPhone 15 Pro Max (en niet eens op de iPhone 15 Pro) die weer als een fantastische innovatie wordt gepresenteerd, terwijl andere flagships inmiddels ook al een aantal jaar over periscooplenzen met 10x zoom beschikken.
Ook op het gebied van opladen loopt Apple nog steeds redelijk achter op zijn rivalen. Zelfs op de Pro-toestellen kan je nog steeds maar maximaal snelladen met 20W. De batterijduur van Apple is gelukkig over het algemeen wel prima en dat terwijl de batterijcapaciteit meestal niet heel erg hoog is. Dat betekent dat de batterijen wel goed geoptimaliseerd zijn en dat je sowieso niet extreem lang hoeft te wachten tot je batterij helemaal vol is, maar het kan tegenwoordig echt veel sneller.
Samsung biedt maximaal 45W-snelladen op zijn S23 Ultra en 30W op de Z Fold 5 en zelfs dat is voor Android-toestellen inmiddels erg laag. Samsung heeft dan ook soms nog wel een aantal van dezelfde trekjes als Apple dankzij zijn goede positie binnen de smartphonemarkt, maar toch voelt dat bedrijf nog wel de druk van zijn concurrentie en duurt het toch iets minder lang totdat Samsung-toestellen op gelijke voet staan met de toestellen van de meest ijverige makers van Android-telefoons.
De vrijheid van Android
De grootste reden waarom ik me niet geneigd voel om mijn Android-telefoon in te wisselen voor een nieuwe iPhone 15, is omdat ik de vrijheid van Android moet opgeven.
Qua veiligheid is er zeker wat te zeggen voor het redelijk afgesloten ecosysteem van iOS, maar ik vind het veel te fijn om in principe gewoon te kunnen doen wat ik wil doen met mijn Android-toestel. Je krijgt niet alleen veel meer vrijheid om de gebruikersinterface volledig naar wens aan te passen op Android, maar je kan bijvoorbeeld ook apps van buiten de Google Play Store installeren door gewoon een instelling aan te zetten en een apk-bestand van het internet te downloaden (waarbij je natuurlijk wel goed op moet letten wat je downloadt).
Je zit niet vast aan wat de maker van jouw smartphone voor jou heeft bedacht en als ik meer dan 1.000 euro aan een smartphone uitgeef, dan vind ik het toch wel fijn als ik hem een beetje naar wens kan instellen. Dat wil ook niet zeggen dat Android-fabrikanten zoals Samsung, Google, OnePlus, Motorola en dergelijke je geen goede en veilige gebruikerservaring bieden, maar je krijgt daar gewoon de mogelijkheid om je telefoon meer aan de hand van jouw specifieke gebruik en jouw wensen te personaliseren.
Ik blijf dus nog voor Android kiezen, maar maak vooral je eigen beslissing:
Krijg dagelijks inzicht, inspiratie en aanbiedingen in je inbox
Meld u aan voor het laatste nieuws, recensies, meningen, toptechnologiedeals en meer.
Cas schrijft het liefst over gaming en alles wat met Samsung te maken heeft. Hij heeft recent zijn Steam Deck ingeruild voor een ASUS ROG Ally, dus ook over gaming handhelds kan hij je alles vertellen.