Waarom je nu even geen nieuwe tv moet kopen

Sony Bravia 5
(Beeld: Blue Pixl Media)

Een tv is vaak een centraal onderdeel van het huishouden en een stukje technologie dat gewoonlijk tientallen jaren meegaat. De zoektocht naar de beste tv voor jou duurt daarom vaak lang, omdat je weet dat deze zwarte rechthoek de komende tien jaar (of meer) in je woonkamer zal staan. Als je hét perfecte model hebt gevonden, raden we momenteel toch aan om die aankoop even uit te stellen.

De reden daarvoor is eenvoudig: Black Friday komt er weer aan. Op 28 november is het "officieel" Black Friday, maar veel retailers geven de hele week kortingen en sommigen beginnen al de vrijdag ervoor (21 november). Misschien krijgt jouw ideale tv dan wel korting of is er een tv die eigenlijk te duur was die nu toch binnen je budget valt.

1. Het ene scherm is het andere niet

LG C5

(Image credit: Future)

Er zijn twee factoren die de prijs van een tv in grote mate bepalen: het formaat en het type scherm. Dat tweede is veruit het belangrijkste en tegelijkertijd het meest verwarrende voor de gemiddelde consument. Als je niet weet wat de letters QLED en OLED betekenen, ga je al snel voor de goedkopere van twee en dat is in dit geval QLED. Het helpt ook niet dat er elk jaar nieuwe types schermen bij komen en dat sommige merken een eigen naamgeving hanteren. Tegenwoordig vind je voornamelijk de volgende panelen: QLED, OLED, mini-LED en LED-LCD.

LED-LCD is veruit de slechtste schermtechnologie die je kan vinden. Als je met een budget van 500 euro op zoek gaat naar een 4K-tv, zal je deze modellen tegenkomen. De voorbije jaren zijn QLED TV's gelukkig veel goedkoper geworden en vooral de kleinere formaten (55 inch en lager) zitten met Black Friday-kortingen rond de 500 euro. QLED TV's zijn over het algemeen vrij helder, maar hebben moeite bij de weergave van donkere kleuren en contrast. Kijk hier vooral naar tv's van TCL en Hisense, aangezien die zonder korting al een scherpe prijs hebben en kwalitatieve QLED-panelen gebruiken.

Hoewel het verschil maar één letter is, is OLED een wereld van verschil ten opzichte van QLED. OLED staat bekend om zijn levendige kleurenweergave, contrast en diepzwarte tinten. Dit gaat vaak gepaard met een lagere helderheid en hoewel we elk jaar hopen op een middenklasse OLED TV met hoge helderheid, is dat ook in 2025 niet gebeurd. Voor die combinatie ben je alsnog 2.000 tot 3.000 euro kwijt en dan heb je meestal het kleinste formaat (55 inch).

Wie op zoek is naar een zo hoog mogelijke helderheid zonder veel compromissen bij de beeldkwaliteit, kan terecht bij mini-LED. Deze tv's zijn een soort van middenweg tussen QLED en OLED. Ze zijn veel helderder dan OLED TV's en hun contrast is beter dan dat van QLED TV's. Als je tv in een felverlichte ruimte komt te staan die je niet kan verduisteren, is een mini-LED TV de beste keuze.

2. Oud is goud

Samsung S95D

(Image credit: Blue Pixl Media)

Vooral bij technologie geldt het volgende: hoe ouder een product, hoe lager de prijs. Hoewel een nieuwere versie van een tv altijd bepaalde verbeteringen heeft, zijn die de hogere prijs niet altijd waard. Soms zijn de verbeteringen niet eens merkbaar als je een bepaalde functie niet gebruikt en precies daarom is het interessant om naar tv's van een jaar oud te kijken.

Een goed voorbeeld hiervan zijn de LG C4 en LG C5. Dit zijn de middenklasse OLED TV's van LG uit respectievelijk 2024 en 2025 die gelijkaardige adviesprijzen hebben. De 55-inch versie van de LG C4 kan je nu echter vinden voor ruim 500 euro minder dan hetzelfde formaat van de LG C5. De verbeteringen zijn daarentegen minimaal en de LG C4 biedt bijgevolg de beste prijs-kwaliteitverhouding.

Tv's ontvangen trouwens software-updates, net zoals je telefoon en laptop. De impact van een software-update op een tv is echter veel kleiner. De beeldkwaliteit wordt bijna volledig bepaald door het paneel en daar kan geen enkele software-update iets aan veranderen. Ook de audio, helderheid en refresh rate kunnen niet verbeterd worden door middel van updates.

3. De helderheidskwestie

Philips OLED810

(Image credit: Blue Pixl Media)

De helderheid van tv's is voor velen een cruciaal onderdeel en fabrikanten pakken graag uit met indrukwekkende cijfers. Die cijfers zijn echter misleidend. Vooral bij OLED TV's was helderheid lange tijd een probleem. Als je een film of serie met veel donkere scènes keek, zoals die befaamde aflevering van Game of Thrones, dan moest je alle gordijnen sluiten en misschien zelfs gewoon wachten tot het buiten volledig donker was. De voorbije jaren is dit gelukkig flink verbeterd dankzij een combinatie van hogere helderheid en antireflectietechnologie.

Als je bij de specificaties van een tv een cijfer ziet staan voor de helderheid, is dit gewoonlijk de zogenaamde piekhelderheid. Zo heeft de Philips OLED959 een piekhelderheid van 3.000 nits en dat klinkt heel indrukwekkend. Wat niet zo duidelijk wordt vermeld, is dat dit cijfer alleen gehaald wordt op een venster van 3 procent. Het scherm kan dus amper 3 procent van zijn volledige oppervlak zo helder maken. Dit is vooral nuttig bij de weergave van HDR-content. Denk hier aan gloeiende vonken van een kampvuur in een donker bos. Soms verschilt dit cijfer zelfs bij verschillende formaten van dezelfde tv. Zo hebben de versies van 42 en 48 inch van de Philips OLED810 een piekhelderheid van 1.000 nits, terwijl dit bij de grotere formaten (55 inch en meer) 1.500 nits is.

Wat echter belangrijk is bij de zichtbaarheid in een felverlichte kamer, is de maximale helderheid van het volledige scherm. Dit cijfer wordt vaak niet vermeld of in erg kleine lettertjes. Één ding is duidelijk: zelfs de duurste OLED TV's kunnen in 2025 de full-screen helderheid van een mini-LED TV niet halen. De enige OLED TV die we aanraden in een felverlichte kamer is de Samsung S95F (of zijn voorganger, de S95D), omdat die een matte antireflectielaag heeft die weerspiegelingen van lampen en direct zonlicht elimineert.

Bram Lodewijks
Editor-in-chief TechRadar Benelux

Bram is de hoofdredacteur van TechRadar Benelux en is al jarenlang een trouwe Android-gebruiker. Hij schrijft met plezier over alles wat met consumententechnologie te maken heeft. Na het werk vind je hem gewoonlijk voor zijn Nintendo Switch 2, al dan niet met een glas rosé erbij.