Apple M1 MacBook verslaat de Microsoft Surface Pro X-tablet in nieuwe benchmarks

Apple MacBook Air (M1, 2020)
(Beeld: Future)

Toen wij onze review van de MacBook Air (M1, 2020) schreven, wisten we al dat deze laptop onheilspellend zou zijn voor Microsoft en haar nieuwe Windows-apparaten op ARM-architectuur. Nieuwe benchmarks bevestigen dit nog maar eens.

De nieuwste MacBook Air draait net als de herziene MacBook Pro 13 inch en nieuwe Mac Mini op de door Apple ontworpen op ARM gebaseerde M1-chip. Voorheen draaiden deze apparaten op hardware van Intel. We zijn erg onder de indruk van de prestaties van de M1-chip. Dankzij de Rosetta 2-tool werken ook oudere Mac-applicaties op de apparaten. 

In de tussentijd zijn er al een tijdje ARM-laptops met Windows op de markt. Deze Windows 10-laptops werken met ARM-chips die doorgaans door Qualcomm worden gemaakt. Microsoft heeft ook een eigen ARM-apparaat op de markt gebracht: de Surface Pro X. Deze draait op de SQ1- (en nieuwere SQ2-) chip, die ook op ARM is gebaseerd en is gemaakt door Microsoft en Qualcomm. 

Waar we de M1-apparaten van Apple vaak zouden aanraden vanwege de uitstekende prestaties en de mogelijkheid om oudere Intel-apps te draaien, ervaren we bij Windows op ARM-apparaten vaak het tegenovergestelde: slechte prestaties en weinig beschikbare apps.

Microsoft heeft er namelijk niet direct voor gezorgd dat oudere apps op de nieuwere ARM-architectuur konden draaien. Het goede nieuws is dat Microsoft nu wel zo ver is met een tool om deze 'standaard' Intel/AMD Windows-apps te kunnen draaien. Hierdoor was PC World in staat om wat benchmarks te realiseren en kon het zo de prestaties tussen de M1 MacBook Air en Surface Pro X vergelijken. Om een tipje van de sluier op te lichten: het is geen goed nieuws voor Microsoft.

Testresultaten

Volgens de benchmarkresultaten van PC World verslaat de MacBook Air M1 de Surface Pro X in vrijwel alle resultaten.

In de Geekbench 5-, Cinebench- en Handbrake-tests is het prestatieverschil tussen Apple's M1-machine en de ARM-laptop van Microsoft zo groot dat het bijna gênant is.

Het laat zien hoe indrukwekkend de M1-technologie van Apple is, zelfs zo vroeg in de levensduur ervan. Daarnaast zien we ook hoe moeilijk het is voor Microsoft om Windows op ARM-apparaten concurrerend te maken.

Hoewel de benchmarkresultaten met veel kanttekeningen komen - zoals dat de emulatietool van Microsoft nog in bèta is, wat de prestaties zou kunnen beïnvloeden - is het nog steeds een heel duidelijk voorbeeld van hoeveel beter de M1-chip is en hoe goed macOS Big Sur erop werkt. 

Het sluit ook aan bij onze ervaringen met beide machines. We waren erg onder de indruk van de M1 MacBook Air, maar waren iets minder te spreken over de Surface Pro X.

Omdat de prijzen ongeveer gelijk zijn, maar de MacBook Air (M1, 2020) aanzienlijk verbeterde prestaties biedt, is het een gemakkelijke keuze als het gaat om welke je moet kopen.

Dit is niet de eerste keer dat we hebben gezien dat Apple's M1-chip de Surface Pro X in verlegenheid bracht, aangezien we ook getuige waren van het feit dat Windows 10 (via emulatie) op een M1 MacBook beter draait dan op de Pro X. Pijnlijk.

Hopelijk betekent het succes van de M1-chip van Apple dat Microsoft, met Qualcomm, grondig naar Windows op ARM gaat kijken. Als dit leidt tot betere ARM-gebaseerde Windows-apparaten, zullen we heel blij zijn.