Vermijd deze drie veelgemaakte fouten bij de aankoop van een gaming monitor

gaming monitor
(Beeld: Future)

Je hebt een nieuwe computer gekocht, een gamingstoel, muis en toetsenbord, maar alleen de monitor ontbreekt nog. De keuze is echter reuze en je moet ook nog op zoveel letten.

Of je nu een professionele gamer bent of af en toe je Steam-bibliotheek doorspit op zoek naar een half uurtje speelplezier, het kiezen van de juiste gamingmonitor is essentieel voor een optimale game-ervaring. Helaas zijn er nog veel mensen die foutjes maken bij het aanschaffen van een nieuwe gamingmonitor waar ze later spijt van krijgen.

De ideale monitor voor jouw setup kan goedkoop, duur, klein of groot zijn. Volg onze tips en je komt niet met een koude kermis thuis.

1. Monitoren met een te laag refresh rate 

Het belangrijkste waar je op moet letten als je een gaming monitor koopt, is de refresh rate (ook wel bekend als vernieuwingsfrequentie) van de monitor. De gouden standaard van gaming monitoren is al jaren 144Hz.

Dit betekent dat het beeld 144 keer wordt ververst per seconde. Als je jouw monitor alleen gebruikt voor werk, YouTube of om te browsen op het internet dan is minder dan dat prima, maar die extra frames heb je nodig bij snelle games.

Om het heel erg simpel te zeggen: in spellen waar reactiesnelheid cruciaal is zoals Counter-Strike: Global Offensive verschijnen jouw tegenstanders eerder op het scherm als je een 144Hz monitor gebruikt dan wanneer je een standaardmonitor hebt ingeplugd. In de onderstaande video zie je een voorbeeld hoe dat eruit ziet.

Vooral als je aspiraties hebt om je te verdiepen in de wonderlijke wereld van esports is dit een cruciale stukje technologie om te hebben. Als je een prachtige 4K beeldscherm koopt, dan is de kans zeer groot dat die een refresh rate heeft van 60Hz en dat is voor snelle games gewoon niet goed genoeg.

2. Je pc is niet krachtig genoeg voor de monitor

Stel je voor: je hebt een van de beste gaming monitors van 2023 gekocht en je gaat door al die moeite om hem op jouw computer aan te sluiten, je opent de instellingen en je krijgt niet de refresh rate die wordt geadverteerd op de doos.

Dit zal niet zo snel gebeuren bij een 144Hz, of zelfs een 240Hz scherm, maar vooral bij 4K-monitors die zogenaamd 144Hz ondersteunen of zelfs Full HD 360Hz schermen.

Een computer moet de juiste hardware hebben, zoals een krachtige videokaart en voldoende processorkracht, om een hoge resolutie en hoge refresh rate aan te kunnen. Als dat niet lukt, dan kan het zijn dat een monitor wordt beperkt tot een andere refresh rate. Bijvoorbeeld: ik ben nu bijvoorbeeld de MSI Optix MPG321UR-QD aan het testen, maar met mijn huidige setup moet ik het doen met 120Hz, want hij heeft geen zin in 144Hz.

Het is dus nu een kwestie om te kijken wat er fout gaat. Is het de grafische kaart, mijn processor of heeft de speciale HDMI 2.1-kabel die ik heb gekocht zijn werk niet gedaan? Of moet ik toch een DisplayPort 1.4-kabel aanschaffen, want voor 4K / 144Hz heb je speciale kabels nodig.

Zorg ervoor dat je dit hebt uitgezocht voordat je een 32-inch scherm op je bureau hebt staan en stiekem moet vloeken elke keer als je afgaat in Counter-Strike wanneer iemand de hoek om vliegt.

Alienware 34 inch AW3423DW

(Image credit: Dell)

3. Groter is niet altijd beter

Toen ik mijn huidige monitor setup uit noodzaak creëerde uit twee 24-inch 16:9 monitors van AOC met 144Hz, dacht ik altijd dat ik liever een gigantische monitor zou hebben die ik kon onderverdelen in verschillende compartimenten voor productiviteit. Achteraf ben ik heel blij met mijn knullige setup, want nu ik de MSI monitor test, ben ik erachter gekomen dat een grote (32-inch of meer) monitor niet goed past op mijn kleine bureau.

Op kantoor werk ik ook met een 32-inch monitor en daar heb ik minder last van. Waarom? Ten eerste is het bureau een stuk dieper waardoor ik verder van het scherm afzit en aangezien ik mijn werklaptop gebruik als 'computer', heb ik een 'tweede monitor'.

In de praktijk verdeel je je beeldscherm (tenzij je een ultrawidemonitor hebt) in twee delen, want dat werkt eenmaal het beste. Met mijn oude setup had ik dus in principe vier compartimenten op mijn monitoren: werk, werk, werk en YouTube (of werk, maar meestal YouTube). Met mijn nieuwe setup heb ik er twee, want het beeldscherm in vier delen verdelen op Windows is lomp op zijn minst en ronduit verschrikkelijk op zijn ergst.

Het kan dus voordeliger zijn om voor een combinatie van verschillende monitors te gaan die passen bij jouw setup en niet om meteen voor de grootste monitor te gaan die je kan kopen. Er is niets zo jammer als heel erg enthousiast je nieuwe monitor te installeren jezelf te moeten overtuigen dat het fijn is dat je hoofdpijn hebt omdat je te dicht bij het scherm zit, of dat je eigenlijk een laptop moet openen om genoeg werk te kunnen doen.

Twee monitors

Twee monitors zijn soms beter als één, helemaal als je How To Train Your Dragon als wallpaper hebt! (Image credit: Jouri Altorf)

Bonustip: Vergeet niet je refresh rate aan te passen

We kunnen dit artikel eigenlijk niet eindigen zonder de ultieme fout te benoemen die mensen continu maken. De fout? De refresh rate niet handmatig aanpassen in Windows (of Mac, niet dat je moet gamen op een Mac, maar dat is een verhaaltje voor een andere keer).

Het zou je verbazen hoe vaak ik de vraag krijg of ik erachter kan komen waarom het supermoderne beeldscherm die ze hebben gekocht niet werkt naar behoren. Het antwoord is dikwijls dat ze dachten dat de monitor automatisch de refesh rate zou krijgen die op de doos staat. Helaas is dat niet zo, hoewel ik volkomen begrijp waarom mensen dat wel denken.

Dus voordat je opschept over je nieuwe peperdure gaming monitor moet je even kijken of je wel daadwerkelijk volledig gebruik maakt van je nieuwe speeltje, of dat je geniet van een placebo-effect met een hoge aankoopprijs.

Jouri Altorf
Redacteur

Jouri is redacteur bij TechRadar Benelux, en heeft een passie voor esports en de laatste technische snufjes. iOS ligt hem nog steeds niet, ondanks dat iedereen om hem heen met een iPhone rondloopt.